Een uitgave van het Vlaams Komitee voor Brussel

Brusselse Post - December 2021

Brusselse Post – December 2020

Exit Nederlands

Uit de media vernemen we het hallucinante verhaal van Tina en Romi, twee jonge Vlaamse vrouwen die een fietsritje maakten in Anderlecht. Het fietsende tweetal werd slachtoffer van een verkeersagressie. Ze werden ei-zo-na omver gereden door een auto waarna een felle woordenwisseling ontstond met de bestuurder en zijn passagier, die ontaardde in fysieke molestatie.

Brusselse Post - December 2021
©JMQuinet/Reporters

Eén van de twee vrouwen werd door haar belagers met het hoofd tegen de motorkap van de auto geslagen – maar had gelukkig een fietshelm op. Door tussenkomst van een voorbijganger kon een verdere escalatie worden vermeden maar inmiddels had de andere vrouw de politie gebeld.

Moeizame communicatie

Toen de agenten ter plaatse kwamen, bleken die geen Nederlands te verstaan. De vrouwen wilden klacht indienen tegen hun belagers maar ook op het politiecommissariaat was er niemand die Nederlands begreep. Hun belagers hadden inmiddels hun verhaal gedaan en beweerden dat de vrouwen hen bespuwd hadden. Door de moeizame communicatie door het taalprobleem kregen de vrouwen hun verhaal niet uitgelegd. De belagers boden zowaar aan om als tolk op te treden. De agent leek partij te trekken voor de belagers en dreigde ermee de vrouwen een nacht in de cel te steken als ze de zaak niet blauwblauw zouden laten. Uiteindelijk konden ze het politiecommissariaat verlaten zonder dat een proces-verbaal werd opgemaakt.

Hallucinant voorval

De jongedames publiceerden hun wedervaren op facebook. De nieuwe (Vlaamse) korpschef van de politiezone Brusse Zuid noemde de zaak – voor zover het relaas van de twee vrouwen waarachtig is – onaanvaardbaar. De politie startte een intern onderzoek en ook het parket trok de zaak naar zich toe. Vlaams parlementslid Karl Vanlouwe (N-VA) pikte de zaak op en legde de zaak voor aan het comité P.Een hallucinant voorval waarbij niet alleen manifest taalrechten werden geschonden maar ook klaarblijkelijk deontologische fouten werden gemaakt.

De meeste Vlaamse politici van Brussel liggen er totaal niet wakker van, zeker die van de meerderheid niet (Groen, Open VLD, sp.a – nou ja ‘One Brussels-Vooruit’). Zij eisen geen respect op van hun Franstalige medebestuurders. Het hele Brusselse overheidsapparaat wordt met hun gedoogsteun verfranst. Dan moet je als Nederlandstalige burger die voor het voldongen feit van de Franse eentaligheid van openbare diensten komt te staan dus niet te luid piepen. Wie op taalvlak op zijn strepen staat is in Brussel op den duur niet meer dan een lastpak. Misverstanden, fouten in dossiers, onaangename bejegening, het hoort er allemaal bij.

Intussen vierde de Brusselse regering voor het eerst de ‘dag van de meertaligheid’. Hoe ziet de minister van meertaligheid Sven Gatz (Open VLD) dat dan? We citeren uit de beleidsverklaring: “Brussel is als internationale stad uiteraard ook een meertalige stad, waar naast het Frans als gemeenschappelijke voertaal ook nog tal van andere talen worden gesproken. We willen de meertaligheid van eenieder versterken”.

"We willen de meertaligheid van eenieder versterken"

Sven Gatz
© Reporters / GYS

De Vlaamse ministers de laan uitsturen?

Ja ja, het Nederlands hoort er ook nog een beetje bij, maar reken er liefst niet op dat je het kan gebruiken in betrekkingen met de overheid. Onze ‘gemeenschappelijke voertaal’ is immers het Frans, zegt de Brusselse regering nu ook officieel.

Als je het mij vraagt hebben we dan ook geen Nederlandstalige ministers in de Brusselse regering meer nodig. Die doen toch hun werk niet. Men zou beter de vicegouverneur volheid van bevoegdheid geven om de tweetaligheid van de openbare diensten te bewerkstelligen – zoals in de nota De Wever-Magnette werd aangegeven – en de Vlaamse ministers in de Brusselse regering de laan uitsturen.

L.D. - K.A.

Gast auteur - Brusselse Post

Wie zijn de nieuwe Vlaams-Brusselse Beleidsmakers: een overzicht

Brusselse Post - December 2020
© Reporters / QUINET // Elke Van Den Brandt (Borgerhout, 21 februari 1980)
  • Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid
  • Collegelid van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, bevoegd voor Gezondheid en Welzijn (samen met haar collega van Ecolo, Alain Maron)
  • Collegevoorzitter van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, bevoegd voor Begroting, Welzijn, Gezondheid, Gezin en Stedelijk Beleid

Elke Van den Brandt groeide op in Antwerpen, maar vond de weg naar Brussel tijdens haar studententijd, toen ze communicatiewetenschappen studeerde aan de VUB. Ze is getrouwd, heeft twee kinderen en woont in Ganshoren. Van den Brandt was al tijdens haar studententijd actief bij Agalev. In 2009 werd ze Brussels parlementslid, als opvolgster van Bruno De Lille, die staatssecretaris werd. Ze was een tijdlang ondervoorzitter van Groen.

In 2014 werd ze verkozen in het Vlaams parlement voor de kieskring Brussel. Als parlementslid nam ze vooral sociale dossiers rond wonen, werk, armoede, welzijn en onderwijs op. In 2019 trok ze de lijst voor Groen in Brussel en werd Groen de grootste Nederlandstalige partij in Brussel. Wat ze zelf belangrijk vindt: “Steeds meer Brusselaars eisen dat hun kinderen veilig te voet of met de fiets naar school kunnen gaan. Burgerbewegingen mobiliseren zich voor schone lucht en komen met oplossingen. Dit is een geschenk voor beleidsmakers. Met overleg en samenwerking zullen we resultaten boeken en Brussel veranderen.”

Elke heeft zich in de Afspraak op 21 oktober als geïnterviewde van Bart Schols laten blijken als een dame die tegen beter weten in het onverdedigbare blijft verdedigen. Om de veel te late en nog te beperkte aanpak van de coronapandemie in Brussel te verantwoorden, kreeg de kijker een onsamenhangende woordenvloed over zich heen gestort, die eigenlijk niets verduidelijkte. Eerder in het jaar was ze ook al opgemerkt omdat ze als collega van minister Alain Maron (Ecolo) zich niet uitsprak tegen diens plannen voor een ’tweetalig’ Brussels inburgeringstraject en omdat ze afwezig was in de nochtans belangrijke vergaderingen van de Brusselse VGC, hoewel het haar taak is om te waken over de belangen van de Brusselse Vlamingen.

© Danny Gys / Reporters // Sven Gatz (Sint-Agatha-Berchem, 6 mei 1967)
  • Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel.
  • Collegelid van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, bevoegd voor gezinsbijslagen, openbaar ambt, financiën, begroting, externe betrekkingen en filmkeuring (samen met Minister Bernard Clerfayt DéFI)
  • Collegelid van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, bevoegd voor Onderwijs en Scholenbouw.
Brusselse Post - December 2020

De politieke loopbaan van jurist en ‘ketje’ Sven Gatze begon bij de Volksunie. Toen de Volksunie in 2001 uiteenviel, schaarde hij zich met Bert Anciaux aan de zijde van de links-liberale partij Spirit, om daarna over te stappen naar Open VLD. Gatz was gedurende tien jaar Brussels parlementslid en gedurende twaalf jaar Vlaams Parlementslid. In 2011 nam hij afscheid van de politiek om directeur van de Federatie van de Belgische Brouwers te worden, maar In 2014 keerde hij weer als Vlaams minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel.

In 2019 koos hij voor de lijstduwersplaats op de lijst voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Hij werd verkozen in het Brussels Hoofdstedelijk Parlement met 2.103 voorkeurstemmen, maar Open VLD verloor met de verkiezingen twee zetels in het Brussels parlement. In 2019 moest Gatz de bevoegdheid van Vlaams minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel afgeven aan Lydia Peeters. Partijvoorzitter Gwendolyn Rutten was immers niet tevreden dat de Brusselse onderhandelaars Sven Gatz en Guy Vanhengel met Open VLD zonder de MR in de Brusselse regering stapten en vond het Brussels regeerakkoord “te links en te weinig liberaal”.

In zijn Oriëntatienota 2019-2024 liet hij een zeer ambitieus streefdoel vermelden. Alle Brusselse kinderen zouden op hun 18 jaar minstens Nederlands, Frans en Engels moeten beheersen. “Om de kosmopolitische grootstad beter te laten functioneren, om de sociale cohesie tussen de bewoners te stimuleren en om hen sterker te maken op de arbeidsmarkt, heeft de Brusselse regering van meertaligheid een beleidsprioriteit gemaakt”, aldus minister Gatz (Open VLD).

© Reporters / DIRV // Pascal Smet (Haasdonk, 30 juli 1967)
  • Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (bevoegdheid gedelegeerd door Minister Sven Gatz).
  • Collegelid bevoegd voor Cultuur, Jeugd, Sport en Gemeenschapscentra. 
 

Pascal Smet was al enkele jaren actief bij de Socialisten in Oost-Vlaanderen, vooraleer hij begin jaren negentig Oost-Vlaanderen verliet en in Brussel ging wonen om afwisselend te werken bij het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatslozen en bij verschillende kabinetten van de toenmalige SP en PRL. Dankzij Steve Stevaert kwam Smet in 2003 in de Brusselse regering terecht. Eerst als staatssecretaris, bevoegd voor mobiliteit, en daarna als minister bevoegd voor Mobiliteit en Openbare Werken.

In 2009 werd Smet niet mee opgenomen in de Vlaams-Brusselse regeringscoalitie en werd hij minister van Jeugd, Onderwijs, Gelijke Kansen en Brussel in de Vlaamse regering. In 2014 werd Smet echter opnieuw Brussels Minister van Mobiliteit en Openbare Werken. Bij de gewestverkiezingen in 2019 was hij lijsttrekker van one.brussels-sp.a, “een verbond van sp.a en geëngageerde Brusselaars”. One.brussels-sp.a verloor relatief wat stemmen, maar niet in absolute cijfers. Smet zelf was de populairste Nederlandstalige kandidaat.

Wat hijzelf belangrijk vindt: “Het is hoog tijd dat we onze hoofdstad teruggeven aan haar inwoners.”

Als minister besliste hij in 2013 om geen subsidies meer te verlenen aan het Vlaams Komitee voor Brussel. Nochtans had zijn administratie een gunstig advies verleend, maar Pascal Smet achtte het niet opportuun om de organisatie een subsidie te verlenen voor het financieren van juridische procedures en gerechtskosten van individuele burgers die gericht zijn tegen andere openbare diensten en instellingen. Het VKB had die aanvraag ingediend om…de webstek te financieren…

© Reporters / QUINET // Benjamin Dalle (Brugge, 30 augustus 1982)
  • Vlaams Minister voor Brussel, Media en Jeugd

Benjamin Dalle studeerde rechten aan de Universiteit van Gent, waar hij in 2005 afstudeerde met de grootste onderscheiding. Dankzij verschillende beurzen kon hij een jaar studeren aan de New York University, waar hij zich specialiseerde in publiek recht, mensenrechten en milieurecht. Hij behaalde een LLM in International Legal Studies. Na verschillende jaren gewerkt te hebben bij verschillende kabinetten van de CD&V, nam Dalle in 2014 voor het eerst deel aan de verkiezingen als lijsttrekker voor de Kamer. Hij werd niet verkozen, wat niet verwonderlijk is gelet op de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde. Sinds maart 2016 staat hij aan het hoofd van Ceder, de studiedienst van CD&V. Hij wordt beschouwd als één van de architecten van de zesde staatshervorming.

Van januari 2019 tot mei 2019 was Dalle gecoöpteerd senator ter vervanging van Steven Vanackere. Bij de verkiezingen van 26 mei 2019 was hij lijsttrekker van de CD&V-lijst voor het Vlaams Parlement in de kieskring Brussel-Hoofdstad, maar hij werd niet verkozen. Dalle is getrouwd met Maité Piessen, een journaliste bij de VRT-radionieuwsdienst die na de benoeming van haar man als Vlaams minister een andere werkplek binnen de VRT kreeg zodat ze niet over politieke items moet of kan berichten. Het koppel heeft drie kinderen.

Over het voorstel van Sven Gatz over de toekomstige drietaligheid van de Brusselse kinderen reageerde Benjamin Dalle als volgt: “Drietaligheid zou mooi zijn. Maar laat ons starten met uitstekende tweetaligheid Nederlands-Frans, bijvoorbeeld door het uitwisselen van taalleerkrachten’. In De Ochtend op Radio 1 vulde hij aan dat uit studies blijkt dat slechts 7,8 procent van de Franstalige leerlingen in Brussel op zijn 18de Nederlands kent.

Ik zèn blave Alexander ‘k môk ë goevernement,
das wel ’t iën en ’t ander: zen kik na giene straffe vent?
wa zen kik ne rappe:
den Bart poeike lappe
do ès niks plezanter en domei ès de Flup kontent.

‘k zen ruu Van Den Broucke en ik aaf alleman gezond,
‘k leis maan covit-boeke mè de ziëver in mane mond
‘k gôn vui neemand zwaaige
‘k zen ni klaain te kraaige
mè awa ruu vloeke kraaig ekik ee da spel wel rond.

Ik èm de covit g’ attrapeid ‘k zen de doenkerblaa Wilmès,
vice-premiere zugezeid spelle kik alleman de les
mè vlomse blaa èm ‘k sjanse
giel Brabant te verfranse
gaale koent ni paase ô plezant da vui maa wel ès.

‘k zen madam De Sutter en ‘k mag greune minister zaain,
greune Lilliputter dane vond da begot ni faain
ët eit ee vriëd gestoenke
mo ’t kalf was al verdroenke
mè al zaa gesputter misten ët kalf de goeien traain.

‘k zen oranje Joachim en ik zen nen echten tjeif,
‘k zen van aiges toch zuu slim da ‘k oeët de miseire bleif
ik èm leever de Wôle
‘k lôt Vlominge betôle
’t ès azuu da ‘k uuger klim ët ès dovui da kik leif.

Al da Vivaldi gedô da vinne de keezers louche,
en ik zeg aale allemô: “gô beizig do zuu mo voesj
as de blôre gôn valle
zeede-van ’t koeluir gien balle
astriën komt de Winter en dèn wacht aale ën kaa douche”.

Julien Borremans

Gast auteur - Brusselse Post

De geestelijke armoede van Philippe Close

Brusselse Post - December 2020
Reporters©Danny Gys) - Cf - OCMW

In BRUZZ (23/09/2020) mijmert Philippe Close – burgemeester van Brussel – over enkele politieke hete hangijzers die al enkele jaren, wat schrijf ik, enkele decennia in het vuur zitten. ‘Armoede is mijn grootste frustratie en onderwijs de oplossing’, laat hij optekenen. Over de steile virale opgang van COVID-19 maakte hij zich minder druk. “Mijn mantra, dat ik van de infectioloog Nathan Clumeck heb, is dat we mét het virus moeten leven.” Uiteindelijk is men op Brussels niveau erin geslaagd om maatregelen te nemen, die sterk ontoereikend waren. Een samenscholingsverbod ’s nachts organiseren is goed voor de rust in bepaalde wijken, maar veel indruk op het coronavirus zal dat niet maken.

Snijdende armoede

Arme wijken worden door de coronapandemie het hardst getroffen. ‘Vooral de volkswijken lijden. Quarantaine met zijn zessen in een sociale woning of een gezin in een villa, dat is niet hetzelfde.’ Armoede snijdt diep… al decennia lang. De vlucht van de middenklasse uit Brussel hebben we vooral te danken aan de ongecontroleerde massamigratie, het totale gebrek aan integratie van nieuwkomers, de splijtende segregatie, de verpaupering van de binnenstad, het schrijnende gebrek aan kwaliteit in vooral het Franstalige onderwijs, overlast… Is het allemaal de schuld van de socialisten? Dat is erg kort door de bocht. Op federaal en Vlaams niveau lag men de afgelopen jaren amper wakker van de nefaste ontwikkelingen binnen Brussel.

Bijna 40% van de bevolking flirt met de armoedegrens. Amper 50% van allochtonen in het Brussel Hoofdstedelijk Gewest, afkomstig van buiten de Europese Unie, is aan de slag. In Wallonië ligt dat cijfer zelfs nog lager. De tweespalt tussen de rijke Europese wijken en de verpauperde allochtone wijken neemt Derde Wereldproporties aan.

De federale overheid heeft de afgelopen decennia niets ondernomen om vergaande structurele veranderingen door te voeren om het Gewest bestuurbaar te maken. De hoofdstad staat financieel aan de afgrond. Er is nauwelijks nog budgettaire ruimte over om een degelijk beleid te voeren.

De Vlaamse regering heeft amper een Brusselstrategie. Het enige wat in Brussel van betekenis is, is het Nederlandstalig cultureel leven en de vele NT2-lessen. Het Nederlandstalig onderwijs recupereert ook heel wat anderstaligen, maar het blijft een erg moeilijke opgave. De kwaliteit van het Nederlands in heel wat Vlaamse scholen laat veel te wensen over.

Versplintering van Brussel

Philippe Close wil de armoede tegengaan door degelijk en kwalitatief hoogstaand onderwijs aan te bieden. Iedere leerling die het Brusselse onderwijs verlaat, moet drie talen vlot kunnen spreken. Het blijft een wensdroom. Het Franstalig onderwijs heeft een slechte reputatie en bereidt de leerlingen onvoldoende voor op de arbeidsmarkt en het vervolgonderwijs. Een significant deel van de leerlingen verlaat ongekwalificeerd het onderwijs. Een overgroot deel van de werklozen in Brussel is ééntalig Frans. Heel wat openstaande jobs worden niet ingevuld door Brusselse werklozen.

Tot slot is er nog de versplintering van Brussel in tal van wijken en straten met verbrokkelde en deelidentiteiten, waar integrisme, handel in verboden middelen en de dagelijkse strijd tegen de ordehandhavers de afstompende monotonie van de geestelijke en materiële armoede moeten doorbreken.

Ook daar heeft burgemeester Close een plan klaarliggen: ‘We moeten in dat verband ook eens over cannabis spreken. Onze maatschappij besteedt miljoenen euro’s aan iets dat ondertussen al lang ingeburgerd is. Laat ons dat liberaliseren en de politiemiddelen voor repressie inzetten waar dat echt nodig is.’ Wat verder in BRUZZ staat een bijdrage over het toenemende drugsgeweld in de Brusselse wijken. Buitenlandse voorbeelden laten duidelijk zien dat legaliseren van drugs in verpauperde wijken op zich niet de zaligmakende oplossing is, als het niet gepaard gaat met een breed, overkoepelend sociaal en stedelijk beleid.

Institutioneel racisme

Brussel lijkt steeds meer de stad van de gemiste kansen. Het enige waar Close en co de laatste jaren met succes hebben volgehouden, is het institutioneel racisme. Jaarlijks gaat het respect voor de taalwetgeving erop achteruit. Bijna 60% van de beslissingen bij de gemeenten en OCMW ‘s zijn niet conform de taalwetgeving. In de gemeenten voldeed slechts 15,4% en in de OCMW ‘s 4,7% van de contractuele aanwervingen aan de bestuurstaalwet. Ondanks de tijdelijke schorsing van de niet-tweetalige ambtenaren door de vicegouverneur, heeft de Brusselse Hoofdstedelijke Regering geen enkele onwettige benoeming vernietigd. Les Flamands de servicesElke Van den Brandt (Groen), Sven Gatz (Open Vld) en Pascal Smets (One.brussels) – kijken de andere richting uit. Structureel racisme tegen allochtonen wordt als een enorm probleem ervaren, maar het bewaken van de taalevenwichten is al decennia geen issue meer. Op dat vlak kan Close heel goede resultaten voorleggen.

Deel de Brusselse Post op al je sociale media kanalen

Facebook
Twitter
LinkedIn
Pinterest
Telegram
WhatsApp
Email

Meer Brusselse Post

Deze webstek gebruikt cookies om uw gebruikservaring te optimaliseren.