HET EI VAN COLUMBUS
Brussel is de hoofdstad van de Vlaamse Gemeenschap
Een vaak gehoorde slagzin is dat populisten graag simpele oplossingen voorstellen voor ingewikkelde problemen. Als dat klopt, dan moeten we de heer Walter Zinzen voortaan tot de categorie van de populisten rekenen, nu hij het ei van Columbus op tafel legt in verband met Brussel (in een opiniestuk in De Morgen van 1 maart).
Eigenaardig genoeg lijkt zijn ei van Columbus als twee druppels water op dat van Paul Magnette: maak van Brussel een Région à part entière, geef de gemeenschapsbevoegdheden aan Brussel en fusioneer de gemeenten zodat Brussel voortaan wordt bestuurd door één parlement en één regering. Daarbij moeten we trouwens af van de huidige oververtegenwoordiging van de Vlamingen in het Brussels bestuur. Die is immers niet democratisch. Vlaanderen en Wallonië moeten wel blijven betalen voor Brussel want het is te klein en te arm om zichzelf te financieren.
Het simplisme van Zinzen is al meesterlijk onderuit gehaald door Mark Deweerdt (op www.Doorbraak.be), die met een fijn kammetje doorheen de tekst van de voormalige VRT-journalist is gegaan en er ettelijke feitelijke onjuistheden heeft uitgehaald. Eén daarvan komt recht uit de titel van Zinzens opiniestuk : ‘Gek toch dat Vlaanderen het enige gewest ter wereld is dat zijn hoofdstad heeft in een ander gewest’.
Dat klopt natuurlijk niet. Brussel is de hoofdstad van de Vlaamse Gemeenschap en oefent in Brussel ook zijn gemeenschapsbevoegdheden uit. Vlaanderen heeft trouwens zijn gewest en gemeenschapsinstellingen gefusioneerd. Dat gemeenschapsparlement heeft unaniem Brussel als Vlaamse hoofdstad gekozen. Deweerdt zou het overigens gek vinden dat Vlaanderen, na de amputatie van zijn bevoegdheden in Brussel, zoals door Zinzen wordt voorgesteld, als enige gewest ter wereld een ander gewest zou financieren.
Oververtegenwoordiging van Vlamingen?
Ik wil hier nog eens terugkomen op de tekst van Zinzen omdat hij alweer een foute opvatting herkauwt als zou de ‘oververtegenwoordiging’ van de Vlamingen in de Brusselse gewestinstellingen een tegenprestatie (een ruil) zijn voor de paritaire samenstelling van de federale regering. Dat klopt dus niet. Dat er gegarandeerd drie Vlamingen in de achtkoppige Brusselse regering zitten(,) is de prijs die de Franstaligen moesten betalen om überhaupt van Brussel een autonoom gewest te maken in plaats van wat ze smalend een ‘rijksgebied’ noemden dat door de overige Belgen zou worden bestuurd. Als men de ‘oververtegenwoordiging’ van Vlamingen in het Brussels bestuur in vraag stelt, moet men automatisch de erkenning van Brussel als autonoom gewest in vraag stellen.
Nu, eerlijk gezegd, mij niet gelaten dat er minder Vlaamse bloempotten op de vensterbank van de Brusselse regering staan. Die hebben er in de afgelopen dertig jaar nooit voor kunnen zorgen dat de belangen van de Brusselse Vlamingen, de groep die ze worden geacht te vertegenwoordigen, worden gediend. Dan hebben we het uiteraard in de eerste plaats over de taalwetgeving, die – zodra Brussel bevoegd werd om zelf te waken over de toepassing ervan – volledig in het slop is geraakt. Het lijkt mij belangrijker dat de grondwettelijke tweetaligheid van Brussel zou worden verwezenlijkt dan dat er een paar Vlaamse ministers een auto met chauffeur en een kabinet ter beschikking hebben.
Vijftigduizend in Nederlandstalig onderwijs
De heer Zinzen schrijft in zijn stuk nog prachtige fictie: “Het gevaar dat het Nederlandstalig onderwijs in handen komt van fanatieke franskiljons, is uitgesloten als er goede afspraken worden gemaakt. Die maken goede vrienden.” Kent de heer Zinzen eigenlijk ook maar iets van de geschiedenis van Brussel?
Het Nederlandstalig onderwijs, dat vandaag met terechte trots mag zeggen dat het onderwijs verschaft aan 50.000 jonge Brusselaars, is net als Rome niet in één dag gebouwd maar stap voor stap door de inzet van velen, met zwoegen, zweten en vechten – altijd tégen de Brusselse bestuurders in – tot stand gekomen. Om maar één voorbeeldje te geven: na de sluiting van de enige Nederlandstalige gemeenteschool van Schaarbeek door burgemeester Nols in de jaren 1970 heeft het 40 jaar geduurd eer de gemeente, met forse subsidies van de Vlaamse Gemeenschap en de VGC (Vlaamse Gemeenschapscommisie), opnieuw een Nederlandstalige school heeft opgericht.
Goede afspraken? Goede vrienden? Vandaag de dag ‘probeert’ de bevoegde Brusselse GGC (Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie) ervoor te zorgen dat er in de Brusselse vaccinatiecentra ‘minstens één’ Nederlandstalige zorgverlener aanwezig is die de Nederlandstaligen kan te woord staan en uitleg verschaffen. Ze ‘proberen’ het, zeggen ze, maar het lukt dus niet, zoals blijkt uit meerdere incidenten die zowaar de nationale pers haalden. De al vermelde Nols met zijn ‘apartheidsloket’ voor de Vlamingen waar indertijd zoveel verontwaardiging over was, slaagde er toen nog wel in om één Nederlandstalige achter een loket te zetten.
Terloops gezegd: in de Vlaamse faciliteitengemeenten is er wél voorzien in Franstalig onthaal in de vaccinatiecentra. Vlamingen plegen zich immers te houden aan afspraken, ook degene die onwelgevallig zijn, wat van Franstaligen niet kan worden gezegd. Dat is een realiteit die voor de Vlaming die Zinzen is, allicht onbevattelijk zal zijn.
Brusselse structuren niet van 1960
Zinzen zegt dat het Brussel van vandaag niet dat van 1960 is. Dat kan niet worden geloochend, maar de Brusselse structuren dateren helemaal niet van 1960 maar van 1989. En toen was Brussel – weliswaar iets minder uitgesproken dan vandaag – ook al een meertalige kosmopolitische stad van minderheden. Er worden vandaag volgens Zinzen 104 talen gesproken in onze hoofdstad. Volgens mij zijn het er wel wat meer, maar dit terzijde. Wat heeft Abou Jahjah dat Zinzen niet heeft? Abou Jahjah heeft er tenminste geen problemen mee om te erkennen dat de Vlamingen in Brussel, als historisch gevestigde gemeenschap wel degelijk een aantal onvervreemdbare rechten hebben, die niet toekomen aan recente nieuwkomers, ook al zijn die relatief talrijk.
Brussel, région à part entière? Ik dacht het niet!
Karel Adams
Hoofdredacteur
De Brusselse Post
BRUSSELSE TOESTANDEN
Tweetaligheid in coronatijd
Zelfs al is het grondwettelijk vastgelegd, toch zal Brussel de verplichte tweetaligheid slechts met uiterst lange tanden aanvaarden. Het was dan ook wachten op de eerste meldingen dat in de pas opgerichte testcentra de Nederlandstaligen te maken zouden hebben met eentalig personeel en eentalige meldingen. Eentalig Frans, maar dat was al wel duidelijk.
M.B., een inwoner van Sint-Jans-Molenbeek, meldde het half februari op Facebook. Het was meer dan een gerucht. Leo Camerlynck, in 2019 door het Vlaams Komitee voor Brussel gehuldigd met de Albert De Cuyperpenning, zette langs de Brusselse Davidsfondsafdelingen hun algemeen voorzitter ertoe aan om de bevoegde minister Elke Van den Brandt (Groen) een verontrustende brief te schrijven.
Getuigenissen
In de stadskrant BRUZZ van 2 en 10 maart verschenen over dit probleem meerdere artikels.
Toen E. in het vaccinatiecentrum aan de Heizel bijkomende inlichtingen vroeg, was er niemand in de buurt die Nederlands sprak. De arts of verpleger die ze aansprak, ging verder in het Frans. ‘Die stelde me ook vragen in het Frans die ik niet helemaal begreep, vermoedelijk over bloedverdunners.’ Uiteindelijk werd E. voor Nederlandstalige informatie doorverwezen naar een webstek, maar wie in het keuzemenu op Nederlands of Engels klikte, kwam steeds uit op de Franstalige lijst.
Ook in het testdorp Merode (Etterbeek) waren er problemen. Franstalige stewards haalden er zelfs de politie bij toen een man bleef vragen om in het Nederlands geholpen te worden, maar daar geen antwoord op kreeg. Burgemeester Vincent De Wolf (MR) ontkent alle verantwoordelijkheid en verwijst naar het Gewest. Dat de twee Etterbeekse stadswachters mogelijk enkel Frans spreken, komt volgens hem doordat deze mensen vaak mensen zonder diploma zijn of langdurig werklozen. Een erg denigrerende opmerking, alsof deze mensen niet een aantal Nederlandstalige woorden of uitdrukkingen kan worden aangeleerd. Misschien zouden ze dat zelf graag willen!
De incidenten zorgden voor vragen van N-VA en Vlaams Belang aan Benjamin Dalle (CD&V), Vlaams minister voor Brussel. Dalle was hierover duidelijk: ‘Als een Nederlandstalige Brusselaar niet in het Nederlands te woord kan worden gestaan in een Brussels vaccinatiecentrum, dan wordt de taalwetgeving geschonden.’ Dalle sprak bevoegd minister Van den Brandt aan, die beloofde erop toe te zien dat de taalwetgeving zou worden toegepast. Ook One.Brussels, dat in de meerderheid zit, noemde de incidenten onaanvaardbaar.
Discriminatie op taalgebied
De artikels kregen heel wat reacties. Iemand stelde dat discrimineren op grond van de taal verboden is, maar in België heeft het Interfederaal Gelijkekansencentrum Unia die bevoegdheid bewust niet gekregen. Europese rechtsregels zouden dat wel mogelijk maken, antwoordde R.D.
BU meldde: ‘Heb al van verscheidene mensen gehoord dat de contacttracing (n.v.d.r.: contactonderzoek) in Brussel ook alleen in het Frans werkt. Als je vraagt in het Nederlands teruggebeld te worden, blijven ze je gewoon terugbellen in het Frans.’ ‘Uiteindelijk zullen ze wel opgeven en normaal doen’, denken ze vast.
Het is duidelijk dat het hele opzet geen rekening heeft gehouden met de verplichte tweetaligheid. Er zou zeker een debat moeten komen waarin de bevoegde ministers Elke Van den Brandt en Alain Maron (Ecolo) stevig aan de tand worden gevoeld.
We herdenken Hugo van Eecke (1927 – 2021)
Over hem vonden we een mooie tekst in Doorbraak aan de hand van meester Frank Judo.
Voor De Brusselse Post leest u een ingekorte versie.
Op 4 maart overleed in Jette Hugo van Eecke, 93 jaar oud. Zijn gedachtenisprentje droeg de woorden ‘In dit geloof wil ik leven en sterven’, helder en eenvoudig; zonder omhaal en toch radicaal.
In zijn beroepsgroep, die van de advocaten, werd Hugo van Eecke niet toevallig aangeduid met de titel van Deken, die hij droeg toen hij tussen 1990 en 1992 aan het hoofd stond van de Nationale Orde van Advocaten. Dat een overtuigd en openlijk Vlaamsgezind persoon als hij benoorden én bezuiden de taalgrens het vertrouwen van zijn gelijken genoot, kan verbazing wekken – maar tekent hem ten voeten uit.
Hugo van Eecke was een van de vele West-Vlamingen die een vooraanstaande rol speelden in het Vlaamse leven in de hoofdstad.
Daarnaast nam hij steeds meer verantwoordelijkheid in het verenigingsleven in Brussel en daarbuiten: als voorzitter van het Davidsfonds in Sint-Jans-Molenbeek, als voorzitter van de Bond der West-Vlamingen in Brussel en als lid van het politiek bestuur van de Vlaamse Volksbeweging.
Met het Vlaams Pleitgenootschap bij de Balie te turen voor de Nederlandstalige advocatuur in de hoofdstad. De krachtlijnen van die hervorming waren het behoud van de ene Brusselse balie, met twee autonome advocatenordes, Franse Orde en Nederlandse Orde geheten.
Tot verbazing van vriend en vijand slaagden Van Eecke en zijn politieke contactpersonen er ook in de Nederlandse Orde verantwoordelijk te maken voor het gehele arrondissement Halle-Vilvoorde.
Samen met zijn echtgenote Françoise was hij een herkenningspunt voor wie bekommerd was over Nederlandstalig beleid en cultuur in Brussel. We kunnen ons enkel nog afvragen wat Deken Van Eecke ervan zou hebben gedacht, nu hij zijn drie aardse vaderlanden – West-Vlaanderen, Brussel en de balie – achter zich heeft gelaten voor zijn hemelse vaderland.
Hugo van Eecke was altijd aanwezig op de uitreikingen van de De Cuyperpenning. Op de foto uit 2011 ziet u hem naast Els Grootaers, erevoorzitter van het Vlaams Komitee Brussel.
’t goo ni gô mè den Belgique
Belge baaiten op uile sjiek
al daan last tusse gebeure
da kan zuu ni blaaive deure
komt er ’n Vlomse république?
dèn ès ’t gedôn mè den Belgique
’t go ni gô mè den Belgique
Ja, de Wôle kraaige schrik
want ze blaaive toch zuu geire
van Vlomse censkes profiteire
da vinne dee manne chic…
dovui dient toch den Belgique?
Ès ’t vèr gedôn mè den Belgique?
’t wed uug taaid da vinne kik
’t Vloms in Brussel saboteire
zonder uile te geneire
na nog de “périphérique”…
dovui dient toch den Belgique?
Ès ’t vèr gedôn mè den Belgique?
’t zit op ën “bombe atomique”
illégals blaaiven incasseire
da ’s vui neemand ’n gooi affaire
weg mè daan santeboetiek…
of ’t ès gedôn mè den Belgique”
Deel de Brusselse Post op al je sociale media kanalen
Meer Brusselse Post
De Brusselse Post | Editie november 2024
Vlaamse Regering wil meer Nederlands in Brussel.
Nog voor de gemeenteraadsverkiezingen werd een nieuwe Vlaamse regering gevormd, geleid door Matthias Diependaele (N-VA). Vooruit en CD&V zijn de coalitiepartners. Van de weeromstuit wordt geopperd dat deze drie partijen ook samen het Nederlandstalige luik van de Brusselse regering zouden kunnen vormen, wel aangevuld met Groen, dat onmisbaar is om een meerderheid te vormen. Het valt nog te bezien hoe de zaken in de geblokkeerde Brusselse regeringsvorming zullen lopen. Wel is zeker dat de N-VA in de Vlaamse Regering de Brusselminister levert, namelijk Cieltje Van Achter.
Brusselse Post | Editie oktober 2024
Brusselse toestanden
ONWETTELIJKE TAALEISEN
Op de webstek van de gemeenten Anderlecht en Etterbeek stonden openstaande vacatures voor een bibliotheekmedewerker van de Nederlandstalige bibliotheek.